Moon

Met haar vingertop volgde ze de nerven van het blad. Ze begon bij het steeltje en bewoog langzaam haar hand omhoog. Ze volgde iedere vertakking tot het uiteinde en begon dan weer opnieuw. Het was een oud, donkerbruin blad. Haar vader zou wel hebben geweten van welke boom hij afkomstig was. Ze stond in een smal steegje tussen twee gebouwen, verborgen in de schaduw. Voor haar zag ze mensen voorbij komen. Strak keken ze voor zich uit terwijl ze zich gehaast voortbewogen. Zij aan zij liepen de mensen, dicht op elkaar. Moon klemde het blad in haar hand en richtte haar blik omhoog, naar de immense wolkenkrabbers die zich uitstrekten richting de hemel. Het overheersend antraciet stak af tegen het heldere azuur. Naast de top van een olijfkleurig gebouw hing een klein wolkje. Ze liet haar blik zakken. Er was geen boom in de wijde omgeving te bekennen.

Met een grote pas stapte ze behendig tussen de mensen en paste zich onmiddellijk aan het tempo aan. Links en rechts schuurden winterjassen langs haar af. Een sjaal wapperde tegen haar wang en kriebelde aan haar neus. Ze voelde de vlinders in haar maag. Boven haar hoofd zweefden tientallen aktetassen, koffers en handtassen. De handen van de mensen om haar heen maakte kleine cirkelvormige bewegingen waardoor ze hun tas door middel van telekinese in de lucht hielden. Ze keek naar haar eigen hand, waarin het blad geklemd zat. Ieder normaal mens zou het laten zweven, zoals het hoorde.

De menigte vertraagde de pas en ze draaide het steeltje tussen haar duim en wijsvinger. Geduldig keek ze om zich heen. Naast haar liet een man een appel uit zijn tas zweven. Het meisje voor haar kamde haar haren, de borstel maakte sierlijke beweging in de lucht. Niemand leek haar en het blad in haar hand op te merken. Met een snelle beweging zwiepte Moon haar arm omhoog en liet het blaadje boven zich los. Met haar hand maakte ze een gebaar waardoor het voor omstanders leek dat haar telekinetische gaven, en niet de wind, het blaadje weg deed zweven.

Ze keek toe hoe het blaadje links en rechts zwierde. Niemand reageerde op haar plotse beweging en ze voelde een vlaag van geluk door zich heen gaan. Heel even keek ze glimlachend naar de hemel. Zie je dat pap? Na al die jaren kan ik nog steeds iedereen voor de gek houden. Moon zag dat het blaadje in botsing kwam met een man in een donkergroene jas. Het wapperde tegen zijn wang aan. Boos veegde de man het van zich af. Met hoge vaart tuimelde het naar beneden en bleef aan de grond plakken. Moon keek toe hoe het blaadje keer op keer vertrapt werd. Het laatste wat ze ervan zag was hoe het scheurde langs een van de nerven die ze zojuist gevoeld had.

Ps. Zin in meer? Like mijn facebook pagina! Zie hieronder. 

Plaats een reactie