Momentenvanger

Millimeters zitten er nog maar tussen mijn trillende hand en die van Isa. Beetje bij beetje heb ik mijn hand uitgestoken en nu hangt hij daar in de lucht, besluiteloos. Als ik haar aanraak zal ze wakker worden en ik weet niet of ik dat wil. Ik denk aan het witte blaadje dat ik vanochtend op de eettafel achter heb gelaten. Het is een berichtje van mij aan Isa, dat ik vanavond wat later thuis zou zijn. Het stond zojuist nog net zo rechtop en was nog net zo perfect gevouwen als ik het achtergelaten had.

Isa ligt voor me op bed. Ze slaapt. Van haar lichaam steken alleen haar hoofd en hand boven het dekbed uit. Haar prachtige donkerbruine haren liggen als een waaier om haar hoofd. Ze heeft haar mond een beetje open en eens in de zoveel tijd gaat die op en neer, alsof ze geluidloos tegen iemand aan het praten is. Ik proef de vieze smaak in mijn mond en probeer die door te slikken. Een rilling schiet door me heen, ik recht mijn rug en laat mijn hand naast mijn lichaam vallen. Ik vlucht naar de badkamer.

Voor de zoveelste keer spoel ik mijn mond, maar de gore smaak die zich daar genesteld heeft krijg ik niet weg. Ik heb mijn tanden al drie keer gepoetst en lang gedoucht. Ik strijk mijn natte haren naar achteren en vermijd het zien van mijn ingevallen gezicht, stoppelige baard en rode ogen in de spiegel. Het allerliefste zou ik nog een keer douchen, net zo lang onder het warme stromende water staan tot ik me niet meer zo gebruikt zou voelen. Maar het heeft geen zin.

Als ik mijn ogen dicht doe zie ik hem weer voor me, de vader van mijn cliënte. Zijn lichaam veel te dichtbij, zijn broek op zijn enkels, een hand die naar me reikt. Ik ril, de misselijkheid verspreidt zich door mijn buik en hoewel ik probeer rustig adem te blijven halen merk ik dat ik hijg. Mijn handen vinden steun bij de wasbak. Er staan tranen in mijn ogen en heel even durf ik me niet te verroeren, bang als ik ben dat mijn benen het zullen begeven.

Sinds vanmiddag, sinds de afspraak met die cliënte, blijven de gebeurtenissen die haar overkomen zijn zich in mijn hoofd afspelen. Onderdeel van haar therapie was het opnieuw ervaren van bepalende momenten uit haar verleden van misbruik. Het heeft haar geholpen, dat weet ik wel, maar nu krijg ik de beelden zelf niet uit mijn hoofd. Me vasthoudend aan de muur loop ik terug de slaapkamer in. Ik laat me in de stoel naast het bed vallen en hap naar adem, alsof mijn longen gekrompen zijn, ze geen ruimte hebben voor de lucht die ik in wil ademen.

Isa snurkt zachtjes. Zij zou me kunnen helpen en het enige dat ik hoef te doen is haar wakker maken en het haar vragen. Het is zo eenvoudig. Nog een keer strek ik mijn hand naar haar uit. De vorige keer dat ik haar wakker maakte schreeuwde ze tegen me, schold me de huid vol. Ze noemde me een egoïst. Verweet me dat ik haar alleen aandacht schenk als het mij uitkomt. Ik ben bang voor die razernij. Voor de ruzies die we de laatste tijd steeds vaker hebben, voor de dingen die ze dan tegen me zegt. Voor het briefje dat ze op tafel laat liggen, zonder het te lezen en wat dat dan betekent.

Vooral voor dat laatste.

Dit is slechts een fragment. Het hele verhaal is te vinden in verhalenbundel Vers#3, te koop bij de betere Rotterdamse boekhandels. 

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s